In een knusse hoek van het Paashazenbos was er een jonge Paashaas genaamd Kleurenhaasje. Kleurenhaasje was dol op schilderen, maar had altijd moeite met het mengen van de perfecte kleuren voor de paaseieren. Terwijl de andere Paashazen hun eieren prachtig versierden met heldere en vrolijke kleuren, eindigden die van Kleurenhaasje vaak in een vreemde, modderige tint.
In een knusse hoek van het Paashazenbos was er een jonge Paashaas genaamd Kleurenhaasje. Kleurenhaasje was dol op schilderen, maar had altijd moeite met het mengen van de perfecte kleuren voor de paaseieren. Terwijl de andere Paashazen hun eieren prachtig versierden met heldere en vrolijke kleuren, eindigden die van Kleurenhaasje vaak in een vreemde, modderige tint.